Woensdag 9 november zijn de laatste monsterafnames gedaan door het RIVM. In totaal zijn honderd kunstgrasvelden met rubbergranulaat bemonsterd, waarbij naast voetbalvelden ook enkele korfbalvelden en Cruijff-courts in de steekproef zijn meegenomen. De steekproef is een willekeurige selectie van locaties in Nederland, de leverancier van het materiaal, de ouderdom van het rubbergranulaat en de frequentie van het gebruik. Hiermee vormt de steekproef een representatieve afspiegeling van de kunstgrasvelden met rubbergranulaat in Nederland.
Alle monsters worden standaard geanalyseerd op risicovolle stoffen waarvan al bekend is dat die in rubbergranulaat kunnen zitten. Dit zijn PAK’s, zware metalen, vluchtige organische stoffen en Ftalaten (weekmakers). In eerdere studies is ook naar deze stoffen gekeken. Daarnaast wordt er aanvullend onderzoek gedaan aan een beperkte set van monsters. Deze proeven kosten meer tijd en zijn arbeidsintensief. Om er zeker van te zijn dat er geen verdachte stoffen over het hoofd worden gezien wordt een “General unknown screening” uitgevoerd. De focus ligt daarbij op het detecteren van eventuele stoffen waar niet standaard naar gekeken wordt.
Parallel aan het veldonderzoek is het RIVM ook op andere manieren op zoek naar meer kennis over rubbergranulaat op sportvelden en eventuele effecten op de gezondheid. Met een literatuuronderzoek beoordeelt het RIVM alle relevante wetenschappelijke publicaties. Deze bevindingen worden gecombineerd met het veldonderzoek waarmee duidelijk moet worden welke stoffen voorkomen in het rubbergranulaat.
Vanuit het RIVM wordt op dit moment ook de laatste hand gelegd aan de enquêteformulieren. Deze worden door het RIVM voorgelegd aan die sportverenigingen die bemonsterd zijn. De contactpersonen wordt gevraagd de enquête in goed overleg in te vullen met de beheerder en eigenaar van het veld (= vaak gemeente).
Het streven is dat 15 december de onderzoeksgegevens bekend zijn. Wij zullen de gemeenten hierover informeren zodra deze informatie bij ons bekend is.
Alternatief onderzoek
Zoals wij in de mail van maandag 31 oktober hebben aangegeven, biedt de Vereniging Band en Milieu en VACO, de branchevereniging voor de banden- en wielenbranche, veldeigenaren de mogelijkheid hun velden met SBR-granulaat aan te melden voor bemonstering. Aanmelden voor deze check kan tot 1 december 2016 via de website www.SBRcheck.nu .
Via onafhankelijk onderzoek door SGS wordt getest op het gehalte Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen (PAKs) in het rubbergranulaat. Dit geeft aan veldeigenaren de mogelijkheid om inzicht te krijgen in hun specifieke situatie. Deze check is daarmee minder uitvoerig dan het onderzoek van het RIVM, waarbij is getoetst op ruim veertig stoffen.
SGS is wereldleider op het gebied van inspectie, controle, analyse en certificering, coördineert de toetsing van de kunstgrasvelden en voert dit uit. In eerste instantie kijkt SGS naar het aanlegjaar en de leverancier van het rubbergranulaat: dit biedt vaak al voldoende informatie over het gehalte aan PAKs in het granulaat. Als er aanleiding is om ook een monster te nemen van het materiaal, wordt daartoe in overleg met de aanvrager overgegaan. Na het onderzoek krijgt de aanvrager te horen hoeveel PAKs er in het granulaat zitten.
Bij de monsterneming op de kunstgrasvelden wordt gebruik gemaakt van het protocol voor de monsterneming van granulaire bouwstoffen uit het Besluit bodemkwaliteit, SIKB protocol 1002. Deze wijze van bemonsteren komt overeen met de methode van het RIVM.
Wij vertrouwen erop u hiermee van dienst te zijn geweest,
Met vriendelijke groet,
André de Jeu
Directeur